Als directeur-grootaandeelhouder (dga) is men in de unieke positie om zaken te doen met de eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de regels in acht neemt, kan aantrekkelijk zakendoen met zijn eigen bv. Denk bijvoorbeeld aan het sluiten van een geldlening met de bv of het ter beschikking stellen van een bedrijfspand.
Rekening-courant
In de praktijk hebben veel dga’s een rekening-courantverhouding met de bv. Bij een rekening-courant met afwisselende debet- en creditstanden heeft de staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat er onder voorwaarden geen rente in box 1 in aanmerking hoeft te worden genomen als het saldo van de rekening-courantverhouding gedurende het kalenderjaar niet hoger is dan € 17.500 positief en niet lager is dan € 17.500 negatief. De bv mag in dat geval de rente niet in aanmerking nemen. Men mag een eventuele rekening-courantschuld niet in box 3 opnemen.
Let op! Zodra het saldo op de rekening-courant hoger is dan € 17.500, moet er over het hele jaar over het hele bedrag rente worden berekend.
Wet 'dga-taks'
Per 1 januari 2023 is een rekening-courantmaatregel ingevoerd om excessief lenen van de dga bij de eigen bv te ontmoedigen, in de volksmond ‘dga-taks’ genoemd. De maatregel houdt kort gezegd in dat het bedrag dat boven € 700.000 wordt geleend bij de dga als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking wordt genomen. De drempel van € 700.000 in de rekening-courant geldt voor de dga en zijn partner gezamenlijk. Deze maatregel geldt voor alle schulden, ongeacht waarvoor deze zijn aangegaan. Alleen bestaande en nieuwe eigenwoningschulden (vanaf 2023 met hypotheekrecht voor bv) zijn uitgezonderd.
Let op! De peildatum voor dit jaar is 31 december 2023. Zijn er voor meer dan € 700.000 aan schulden bij de eigen bv, dan kun de belastingheffing in box 2 nog voorkomen worden door het meerdere boven € 700.000 uiterlijk op 31 december 2023 af te lossen.
Sparen in de bv
Men kan ook sparen in de bv en privékapitaal als vermogen in de bv brengen. Het werkelijke rendement is dan bij de bv belast, in plaats van een forfaitair rendement dat in box 3 belast is en hoger wordt verondersteld naarmate vermogen uit beleggingen bestaat.
Let op! Sparen in de bv kan ook aantrekkelijk zijn als je toeslagen krijgt. Vermogen in de bv telt immers niet mee voor de vermogenstoets die bij toeslagen geldt en die als gevolg heeft dat vanaf een bepaald vermogen geen recht bestaatt op de meeste toeslagen.
Geldleningen
Iedere transactie tussen de dga en de bv moet zakelijk verlopen. Dat geldt ook voor de geldverstrekking tussen de dga en de bv. Denk hierbij aan een schriftelijke leningsovereenkomst met daarin in ieder geval een aflossingsschema en een reëel rentepercentage. Bovendien moeten er zekerheden zijn gesteld. Om te beoordelen of de overeenkomst zakelijk is, moet je jezelf afvragen of jij of de bv een dergelijke leningsovereenkomst tegen dezelfde voorwaarden ook zou zijn aangegaan met een onafhankelijke derde..
Lenen aan de bv
Is er een lening aan de bv, dan is de zakelijke rente die de bv aan betaalt als bedrijfslast aftrekbaar in de vennootschapsbelasting. De dga krijgt zelf te maken met de TBS-regeling. Dat betekent dat de rente op de geldlening in box 1 progressief is belast. Ook hiervoor geldt de TBS-vrijstelling van 12% tegen maximaal een tarief van 36,93%. Wordt er een onzakelijk hoge rente afgesproken? Dan wordt voor de aftrekbare rente (bij de bv) en de belastbare rente (bij de dga) uitgegaan van een normale zakelijke rente. Het meerdere, niet-zakelijke voordeel wordt mogelijk gezien als een vermomde winstuitdeling en is belast in box 2 (aanmerkelijk belang) en bij de bv (als verkapt dividend) niet aftrekbaar.
Lenen van de bv
Is er een lening van de bv, dan kan dit doen in hoedanigheid als werknemer of als aandeelhouder. Het is belangrijk om dit van tevoren vast te stellen, omdat de fiscale gevolgen in beide situaties anders zijn.
Bij een personeelslening – men leent in hoedanigheid als werknemer – kan sprake zijn van een rentevoordeel. Dat is het geval als geen of minder rente betaald wordt over de lening dan bij een kredietverlener. Het rentevoordeel vormt voor de waarde in het economisch verkeer belastbaar loon. Deze waarde is te bepalen door de rente van verschillende banken te vergelijken. Het belaste rentevoordeel kan worden opgenomen in de ‘vrije ruimte’ van de werkkostenregeling. Die bedraagt in 2023 3% van de loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere van de loonsom.
Er is een uitzondering als de personeelslening gebruikt wordt voor de eigen woning. Het rentevoordeel van een dergelijke lening moet tot het belastbaar loon worden gerekend. Het voordeel is loon in natura waarover de bv als werkgever verplicht loonheffingen moet berekenen. Het belaste rentevoordeel mag dus niet worden opgenomen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Wel mag het belastbare eigenwoningrentevoordeel in aftrek worden gebracht binnen de eigenwoningregeling in de aangifte inkomstenbelasting. Het maximum aftrekpercentage is voor 2023 bepaald op 36,93%.
Tip! Gebruik je de lening voor het kopen van een (elektrische) fiets of elektrische scooter, dan is het rentevoordeel onbelast.
Let op! Soms kan de Belastingdienst zich op het standpunt stellen dat een personeelslening voor een dga niet mogelijk is. Dit is met name het geval als de mogelijkheid van een personeelslening alleen openstaat voor de dga zelf en niet voor andere werknemers van de bv.
Als men als aandeelhouder leent, staat ook hier het zakelijke handelen voorop. Leent de dga voor consumptieve doeleinden of bijvoorbeeld om hiermee in privé te beleggen, dan valt de lening als schuld in box 3. De door de dag aan de bv betaalde rente is niet aftrekbaar, maar bij de bv als ontvangen rente wel belast.
Let op! Geld lenen van de bv voor beleggingen in privé is vanaf 2023 waarschijnlijk niet meer aantrekkelijk. Voor de beleggingen geldt in 2023 in box 3 namelijk een forfaitair rendement van 6,17% terwijl de schulden maar aftrekbaar zijn tegen waarschijnlijk 2,57% (het percentage van 2,57% is een voorlopig percentage, het definitieve percentage is pas begin 2024 bekend).
Lenen voor de eigen woning
De bv kan ook een lening verstrekken voor de aanschaf, verbouwing of het onderhoud van een eigen woning. Uitgaande van een reële leningsovereenkomst is de rente voor als eigenwoningrente aftrekbaar in box 1 tegen maximaal een tarief van 36,93% (2023) en bij de bv belast. Met ingang van 2013 moet een nieuwe eigenwoninglening aan aflossingseisen voldoen om voor renteaftrek in aanmerking te komen. Is de bestaande eigenwoninglening bij de bv sindsdien verhoogd, dan moet voor deze verhoging ook rekening worden gehouden met de nieuwe regels. Voor het nieuwe deel van de lening is de rente alleen nog aftrekbaar als de lening in maximaal dertig jaar en ten minste volgens een annuïtair schema volledig wordt afgelost.
Let op! Is sinds 1 januari 2023 geld geleend voor de eigen woning bij de bv, dan geldt voor een informatieplicht. Men moet de Belastingdienst tijdig informeren over deze hypothecaire geldlening. Gegevens van de eigenwoninglening bij de bv kan worden doorgegeven via de jaarlijkse inkomstenbelasting.
Let op! De aftrek van de hypotheekrente in de hoogste belastingschijf is dit jaar (2023) beperkt tot 36,93%. Na 2023 is geen verdere beperking van de aftrek voorzien.
Investeren in eigen bedrijfspand
In de huidige markt – en met de gevolgen van de coronacrisis voor de meeste ondernemers nog duidelijk merkbaar – is het investeren in en het financieren van eigen vastgoed bepaald geen sinecure. Mochten er wel mogelijkheden zijn om te investeren in een eigen bedrijfsruimte, dan is het de vraag wie er gaat investeren. De dga privé? Het bedrijfspand komt dan op naam van de dga te staan, of investeren vanuit de bv?
Let op! Investeren vanuit privé of vanuit de bv wordt fiscaal verschillend behandeld. Wat in een situatie het voordeligst is, kunnen wij voorrekenen.
Op naam van de dga
Wordt ervoor gekozen om vanuit privé te investeren in een pand en wordt het pand aan de bv verhuurd dan valt het pand onder de terbeschikkingstellingsregeling (TBS-regeling). De huurinkomsten, afschrijvingen, exploitatielasten alsmede boekwinsten en verliezen op het pand behoren tot het box 1-inkomen. Let wel: is men gehuwd en behoort het pand tot de algehele of beperkte gemeenschap van goederen, dan wordt dit box 1-inkomen voor 50/50 aan de fiscale partners toegerekend.
Voor de hoogte van de fiscaal aftrekbare afschrijvingslasten moet rekening worden gehouden met een beperking. Dat geldt ook als de bv het bedrijfspand aanhoudt. Afschrijving is niet meer mogelijk als de boekwaarde van het pand de bodemwaarde heeft bereikt. Deze bodemwaarde is sinds 1 januari 2019 in de meeste gevallen beperkt tot 100% van de WOZ-waarde van het pand.
Tip! Onder de TBS-regeling worden de opbrengsten weliswaar belast tegen het progressieve IB-tarief tot maximaal 49,5%, maar door toepassing van de TBS-vrijstelling is het effectieve tarief voor de dga lager. Door de TBS-vrijstelling is namelijk 12% van het resultaat vrijgesteld. Let wel dat deze 12% vrijstelling geldt tegen een maximaal tarief van 36,93%.
Wilt u hier meer over weten? Neem contact op per e-mail of via +31 495 520 447 om een afspraak te plannen.
Volg Vaart Adviseurs & Accountants op LinkedIn of Facebook voor meer tips & nieuws.