Belastingplan 2021: Particulieren

Belastingplan 2021: (Vermogende) particulieren

In deze Prinsjesdagspecial staan de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2021 en aanvullende wetsvoorstellen voor u op rij. De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2021 in werking treden, tenzij anders vermeld. Onderstaand een overzicht van maatregelen m.b.t. (vermogende)particulieren.

Aanpassingen voor box 3, sparen en beleggen

Om de belastingdruk op kleinere vermogens te verzachten, wordt voorgesteld het heffingsvrije vermogen in box 3 te verhogen van € 30.846 naar € 50.000 (voor partners samen van € 61.692 naar € 100.000). Ook worden de schijfgrenzen opnieuw vastgesteld, waarbij de 2e schijf begint bij een vermogen van € 100.000 en de 3e schijf bij € 1.000.000. Om dit pakket deels te dekken, wordt het belastingtarief in box 3 verhoogd van 30% naar 31%.

Doordat het belastbaar inkomen in box 3 voor iedereen daalt, heeft dit een neerwaarts effect op het verzamelinkomen. Om te voorkomen dat hierdoor meer aanspraak gemaakt kan worden op een (hogere) toeslag, wordt voorgesteld om de vermogenstoets voortaan te baseren op de rendementsgrondslag in box 3.

Tarieven inkomstenbelasting 2021

Belastingplichtigen die aan het begin van 2021 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2021 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken.

Box 1-tarief 2021
 

Bel.ink.
meer dan (€)

maar niet
meer dan (€)

Tarief 2021
(%)

Schijf laag tarief

-

68.507

37,10%

Schijf hoog tarief   

68.507

-

49,50%

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie andere premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.

Gewijzigde heffingskortingen

Hierin zijn alleen de wijzigingen in heffingskortingen opgenomen zoals vermeld in de Memorie van toelichting van het Belastingplan 2021. Deze betreffen belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor AOW-gerechtigden gelden lagere maxima.

Heffingskortingen

2020 (€)

2021 (€)

Algemene heffingskorting maximaal

2.711     

2.837

Arbeidskorting max.

3.819

4.205

Inkomensafhankelijke combinatiekorting max.

2.881

2.815

Jonggehandicaptenkorting

749

761

Gewijzigde ouderenkorting

De ouderenkorting voor AOW-gerechtigden wordt extra verhoogd. De alleenstaande ouderenkorting ondergaat slechts een inflatiecorrectie.   

Heffingskortingen

2020 (€)

2021 (€)

Ouderenkorting maximaal

1.622

1.703

Alleenstaande ouderenkorting

436

443

Landgoederen

Per 1 januari 2021 gaan andere voorwaarden gelden voor het aanmerken van onroerende zaken als natuurschoonwetlandgoed (NSW-landgoed). Hiervoor geldt al overgangsrecht op grond waarvan voor deze onroerende zaken nog maximaal 10 jaar de huidige voorwaarden gelden. De voorgestelde wijziging heeft betrekking op het al dan niet invorderen van fiscale claims erf-, schenk- en overdrachtsbelasting voor onroerende zaken die op 31 december 2020 als NSW-landgoed zijn aangemerkt.

Levensloop, inhoudingsplicht

Het overgangsrecht voor levensloopregelingen eindigt vanaf 1 januari 2022. Als eind 2021 nog een levensloopaanspraak bestaat, wordt de waarde van die aanspraak belast. Dit geldt voor de deelnemers die de waarde van de levensloopaanspraak niet voor 1 januari 2022 hebben laten uitkeren en waarbij ook anderszins nog geen heffing heeft plaatsgevonden. Voor een goede afwikkeling van het overgangsrecht van de levensloopregeling wordt de instelling (bank, verzekeraar, enz.) inhoudingsplichtig voor de loonheffing. Dit voor het fictieve genietingsmoment over de waarde van de levensloopaanspraak. De instelling kan de loonheffing direct verhalen op de (ex) werknemer. Vanwege de heffing in box 3 wordt het fictieve genietingsmoment vervroegd naar 1 november 2021.

Let op! De levensloopverlofkorting en de overige heffingskortingen kan de (ex) werknemer claimen bij de aangifte inkomstenbelasting.

Tip! Het fictieve genietingsmoment wordt november 2021. Zo kan de werknemer voor 1 januari 2022 zijn belastingschuld betaald hebben. Aldus wordt het box 3 vermogen verlaagd.

Proportionaliteit kinderopvangtoeslag

Als de kosten van kinderopvang door de ouder slechts gedeeltelijk zijn betaald, wordt het recht op toeslag voortaan vastgesteld naar rato van het bedrag aan kosten dat tijdig is betaald. Het volledige bedrag aan toeslag wordt dus niet langer teruggevorderd. Dit is een wettelijke vastlegging van de uitspraken van de Raad van State sinds oktober 2019. Ook krijgt de Belastingdienst/Toeslagen de bevoegdheid om bij bijzondere omstandigheden de terugvordering van kinderopvangtoeslag te matigen. Voorts komt er meer ruimte voor belanghebbenden om hun zienswijze kenbaar te maken bij het vaststellen van een definitieve beschikking. Er komt meer maatwerk.

Doelmatigheidsgrens toeslagen

Het terugvorderen van eerder verleende tegemoetkomingen of voorschotten wordt beperkt. Er wordt een koppeling gemaakt met de doelmatigheidsgrens voor de inkomstenbelasting. Door de

Belastingdienst/Toeslagen terug te vorderen bedragen tot € 47 (bedrag 2020) worden niet meer geïnd.

Let op! De doelmatigheidsgrens geldt niet voor nabetalingen aan toeslaggerechtigden

Informatieverplichting toeslagen

Belanghebbenden moeten alle informatie verstrekken die voor de toekenning van toeslagen nodig is. Er wordt vastgelegd dat een belanghebbende minimaal twee weken de tijd krijgt om op een aanmaning (een herinnering op een verzoek om informatie) te reageren. Uiterlijk bij die aanmaning moet de Belastingdienst/Toeslagen aangeven wat de mogelijke gevolgen zijn van het niet nakomen van de informatieverplichting. Bovendien moet de Belastingdienst zich voor de aanmaning al redelijkerwijs hebben ingespannen om de informatie te verkrijgen.

Kwijtschelding toeslagschulden

Op een nog nader te bepalen tijdstip wil het kabinet een regeling voor het kwijtschelden van toeslagschulden invoeren. Het gaat om gevallen waarin er buitengewoon bezwaar is om een terugvordering geheel of gedeeltelijk te voldoen. Van buitengewoon bezwaar is sprake als er geen middelen zijn of worden verwacht om een schuld binnen afzienbare tijd af te kunnen lossen. Ook andere omstandigheden zijn denkbaar, maar er zullen strikte voorwaarden gelden. Onder de gedeeltelijk of geheel kwijt te schelden bedragen behoren ook invorderingskosten, invorderingsrente en boetes.

Toeslagpartnerschap

Vaak ontstaan problemen doordat burgers als toeslagpartners worden aangemerkt en daardoor toeslagen teruggevorderd worden. Voor gehuwde partners, waarvan er één wordt opgenomen in een verzorgingshuis, wordt het mogelijk om het partnerschap voor de toeslagen te beëindigen. Er komt ook een uitzondering voor twee personen die allebei een zakelijke huurovereenkomst met een derde hebben. Waarschijnlijk volgt later een uitzondering voor gedetineerden. Bovendien zal het partnerschap niet meer terugwerken naar het begin van het kalenderjaar. Het geldt pas vanaf de eerste dag van de volgende maand.

Onverzekerde toeslagpartner

Voor het vaststellen van het recht op zorgtoeslag van toeslagpartners wordt niet langer gekeken of de partner verplicht is verzekerd voor de Zorg-verzekeringswet. Nu ontvangt de aanvrager geen zorgtoeslag als zijn partner geen zorgverzekering heeft. Toeslagpartners ontvangen voortaan 50% van de tweepersoonstoeslag als een van hen geen zorgverzekering heeft. Het maakt daarbij niet uit wat daarvan de reden is.

Wilt u meer weten over de gevolgen van de belastingplannen voor úw persoonlijke situatie? Neem contact op per e-mail of via +31 495 520 447 om een afspraak te plannen.

De special is verdeeld in de volgende onderwerpen:

Klik hier om het volledige Prinsjesdagspecial - Belastingplan 2021 te downloaden als pdf