Belastingplan 2025: Ondernemingen

In deze Prinsjesdagspecial staan de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2025 en aanvullende wetsvoorstellen voor u op een rij. De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2025 in werking treden, tenzij anders vermeld. Onderstaand een overzicht van maatregelen m.b.t. ondernemingen.

Aanpassing renteaftrek vastgoedlichamen

De renteaftrekbeperking voor vastgoedlichamen wordt aangescherpt. Bij verhuurd vastgoed wordt de renteaftrek geoptimaliseerd door rentesaldi over meerdere vennootschappen te verspreiden. Daardoor loopt men niet aan tegen de grenzen van de earningsstrippingmaatregel (€ 1.000.000 of 25% van de gecorrigeerde winst). Om dit tegen te gaan, vervalt voor vennootschappen met hoofdzakelijk aan (niet met de vennootschap verbonden) derden verhuurd vastgoed, de drempel van € 1.000.000. Het opsplitsen van vastgoedlichamen om zo de renteaftrek te optimaliseren, heeft dan niet meer het beoogde effect.

Tip
Beoordeel de structurering van vastgoedactiviteiten opnieuw.

Bezwaar en beroep RVO bij MIA en Vamil

De inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting kennen een aantal fiscale investeringsregelingen, zoals de EIA, MIA en Vamil. Daarbij moet de investering eerst bij de Rijksdienst voor Ondernemend Ne-derland (RVO) worden aangemeld. Het aanvraagproces van de MIA en Vamil verschilt nu van de EIA. Het is gewenst om daar één lijn in aan te brengen. Daarom wordt voorgesteld dat de RVO voortaan ook bij de MIA/Vamil een verklaring afgeeft, waartegen de belastingplichtige bij de RVO bezwaar kan ma-ken. Op die manier komt de technische beoordeling van de aanvraag volledig bij de RVO te liggen.

Registratiedatum dividendbelasting

De registratiedatum is op 1 januari 2024 geïntroduceerd. Deze datum is bedoeld om te kunnen bepalen wie vanaf dat moment gerechtigd is tot de opbrengsten van beursgenoteerde aandelen. In de praktijk bleek de regeling op onderdelen onduidelijk. Er is daarom verduidelijkt dat bij de registratiedatum wordt gekeken naar het einde van de werkdag op de door de uitgevende instelling vastgestelde da-tum. Aan de hand van deze datum kan vervolgens worden bepaald wie recht heeft op de dividenduit-keringen en dus ook op verrekening, vrijstelling, teruggaaf of vermindering van dividendbelasting. Uiteraard moet ook aan de overige voorwaarden worden voldaan.

Let op!
De registratiedatum dient slechts om het moment aan te wijzen waarop vastgesteld moet worden wie de opbrengstgerechtigde is. De bepaling geeft geen invulling aan het begrip ‘op-brengstgerechtigde’.

Versobering kavelruilvrijstelling

De kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting zal niet meer gelden voor woningen, behalve agrari-sche bedrijfswoningen. Andere opstallen komen alleen in aanmerking als ze ten minste tien jaar agra-risch worden geëxploiteerd. Als niet aan deze voortzettingseis wordt voldaan, is alsnog overdrachts-belasting verschuldigd, tenzij de onttrekking aan landbouw door overheidsingrijpen gebeurd. Deze wijzigingen verminderen de administratieve lasten en verbeteren de handhaafbaarheid. Ook wil het kabinet hiermee ‘kavelruilconstructies’ tegengaan.

Terugdraaien afschaffing inkoopfaciliteit

De inkoop van eigen aandelen is belast met dividendbelasting. Er geldt onder voorwaarden een vrij-stelling voor de inkoop van eigen aandelen door een beursfonds. Deze vrijstelling zou per 1 januari 2025 komen te vervallen, wat een verslechtering van de concurrentiepositie van Nederlandse beurs-fondsen ten opzichte van buitenlandse beursfondsen zou betekenen. In het Belastingplan wordt voorgesteld de inkoopfaciliteit niet af te schaffen.

Aanpassing van liquidatieverliesregeling

De liquidatieverliesregeling bepaalt of een verlies bij de liquidatie van een dochtermaatschappij in de vennootschapsbelasting aftrekbaar is. Er wordt voorgesteld om de liquidatieverliesregeling op twee onderdelen te wijzigen. De eerste wijziging houdt in dat men bij de berekening van het liquidatieverlies ook rekening houdt met een latere opwaardering van een vordering op de dochtermaatschappij. Ten tweede wordt de wet aangepast zodat niet-aftrekbare verkoopverliezen op een indirecte gehouden dochtermaatschappij niet zijn om te zetten in aftrekbare liquidatieverliezen op een direct gehouden dochtermaatschappij.

Verhoging drempel renteaftrekbeperking

Bij het bepalen van de fiscale winst voor de vennootschapsbelasting komt rente niet in aftrek voor zover deze meer bedraagt dan het hoogste van (nu) 20% van de gecorrigeerde winst of 
€ 1.000.000. Voorgesteld is het percentage van deze renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatre-gel) te verhogen naar 25%. De wijziging draait een eerdere aanscherping gedeeltelijk terug en brengt het percentage meer in lijn met het Europese gemiddelde. Hiermee wil het kabinet het Nederlandse vestigingsklimaat verbeteren.

Tip
Beoordeel de financieringsstructuur binnen de onderneming. De verhoogde drempel biedt namelijk meer ruimte voor aftrek.

Aanpassing kwijtscheldingswinstregeling

Door de beperking in 2022 van de verliesverrekening betalen ondernemingen met meer dan € 1.000.000 aan verrekenbare verliezen en een belastbare winst (inclusief kwijtscheldingswinst) van meer dan € 1.000.000 altijd vennootschapsbelasting. Dit kan het sluiten van een akkoord met schuldeisers hinderen. Daarom wordt de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vennootschapsbelas-ting aangepast. Heeft de onderneming meer dan € 1.000.000 aan verrekenbare verliezen, dan is de kwijtscheldingswinst in dat jaar volledig vrijgesteld voor zover die meer bedraagt dan de overige ver-liezen in het jaar.

Let op!
Zijn de aanwezige verrekenbare verliezen lager dan € 1.000.000, dan is de kwijtscheldings-winst alleen vrijgesteld voor zover die meer bedraagt dan de aanwezige verliezen.

Faciliteiten zusterfusie

Vereenvoudigde rechtstreekse zusterfusies, waarbij een aandeelhouder alle aandelen bezit van de te fuseren vennootschappen, zullen ook gaan kwalificeren voor de fiscale doorschuiffaciliteiten. Dit voor-komt fiscale belemmeringen voor aanmerkelijkbelanghouders bij deze fusies. De bestaande goedkeu-ring wordt hiermee in wetgeving verankerd. Bij indirecte zusterfusies wordt de regeling niet aange-past, omdat er in de praktijk minder behoefte aan lijkt te bestaan en de complexiteit groter is.

Verplichte vrijstelling dividendbelasting

De dividendbelasting kent verschillende vrijstellingen die facultatief zijn, zoals in deelnemingssituaties of binnen fiscale eenheid. Het lichaam dat dividend uitkeert, kan kiezen om de vrijstelling wel of niet toe te passen. Dat maakt de opbrengstgerechtigde afhankelijk van de keuze van het lichaam. Voorge-steld wordt om deze keuzemogelijkheid af te schaffen. Voldoet men aan de voorwaarden voor de vrij-stelling dan moet men deze verplicht toepassen. Er hoeft dan niet langer dividendbelasting ingehou-den en afdragen te worden, waardoor de aandeelhouder geen liquiditeits- of rentenadeel meer heeft.

Aftrek kosten werkruimte verduidelijkt

De aftrekbaarheid van kosten voor een niet-zelfstandige werkruimte in een woning die tot het onder-nemingsvermogen behoort, wordt verduidelijkt. Huurderslasten zoals bijvoorbeeld inrichtingskosten, gas, water en licht, zijn niet aftrekbaar. De maatregel verankert jurisprudentie en de bestaande praktijk expliciet in de wet.

Tip
Beoordeel of het mogelijk is de niet-zelfstandige werkruimte om te vormen naar een zelfstan-dige werkruimte, dan is er meer ruimte voor kostenaftrek.

Aanpassing maatregel overmatig lenen 

Sinds 2023 kunnen dga’s niet langer meer dan € 500.000 van hun eigen vennootschap lenen zonder fiscale consequenties. Echter, een onbedoeld gevolg van deze maatregel heeft geleid tot dubbeltel-lingen bij leningen in samenwerkingsverbanden, zoals vof’s en cv’s. Deze dubbeltellingen worden nu voorkomen. Ook wordt voorkomen dat de schulden voor meer dan de nominale waarde in aanmerking worden genomen. 

Tip
Deze maatregel gaat met terugwerkende kracht in op 1 januari 2023. Controleer dus ook be-staande samenwerkingsverbanden en schulden nauwkeurig om onterechte dubbeltellingen te vermijden.

Giftenaftrek bv vervalt

De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (Vpb) en de regeling ‘geven uit de vennootschap’ wor-den afgeschaft. Vanaf 1 januari 2025 kunnen bedrijven giften aan goede doelen niet langer aftrekken van hun winst. Dit geldt zowel voor giftenaftrek in de Vpb als voor giften vanuit vennootschappen die aandeelhoudersmotieven volgen. Sponsoring en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen blijven wel aftrekbaar als zakelijke kosten.

Let op!
Bedrijven moeten vanaf 2025 hun donaties herzien en mogelijk herstructureren om fiscale voordelen te optimaliseren. Overweeg zakelijke sponsoring als alternatief.

Tarief box 2 verlaagd naar 31%

Het kabinet draait de verhoging van het box 2-tarief in de tweede schijf terug. Dit tarief ging op 1 ja-nuari 2024 omhoog naar 33%, maar wordt weer verlaagd naar 31%. Hiermee wil het kabinet de belas-tingdruk op aanmerkelijkbelanghouders meer in lijn brengen met die van werknemers en IB-ondernemers. Het doel is fiscaal gedreven rechtsvormkeuzes te beperken.

Tip
Het kan fiscaal voordelig zijn een dividenduitkering uit te stellen tot 2025.

 

Wilt u meer weten over de gevolgen van de belastingplannen voor úw persoonlijke situatie? Neem contact op per e-mail of via +31 495 520 447 om een afspraak te plannen.
 


Deze special is verdeeld in de volgende onderwerpen:

Klik hier om het volledige Prinsjesdagspecial - Belastingplan 2025 te downloaden als pdf.