Op 23 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Financiën de Evaluatie Werkkostenregeling en de reactie van het kabinet daarop naar de Tweede Kamer gestuurd. De evaluatie is uitgevoerd, omdat in de wet is vastgelegd om de doeltreffendheid en de effecten van het noodzakelijkheidscriterium in de werkkostenregeling (‘WKR’) te evalueren (Belastingplan 2015). Het noodzakelijkheidscriterium is van toepassing op de verstrekking of vergoeding van kosten ter zake van gereedschappen, computers en mobiele communicatiemiddelen. In de kabinetsreactie wordt ook ingegaan op gesignaleerde knelpunten en mogelijke oplossingen.
Resultaten evaluatie
De belangrijkste bevindingen van de evaluatie hebben betrekking op de administratieve lasten, de toereikendheid van de vrije ruimte en het noodzakelijkheidscriterium.
- Administratieve lasten
Het grootste deel van de werkgevers zag geen toe- of afname van tijdsbesteding door invoering van de WKR. Als er al een tijdsverschil merkbaar was, ging het om een toename, in het bijzonder bij het grootbedrijf. - Toereikendheid van de vrije ruimte
Op basis van de aangiften loonheffingen over 2015 en 2016 is vastgesteld dat 3-4% van de bedrijven eindheffing moet betalen als gevolg van overschrijding van de vrije ruimte. Daarbij gaat het om een overschrijding van gemiddeld 0,4% van de loonsom. Deze wordt vooral veroorzaakt door personeelsfeesten en bedrijfsjubilea. - Noodzakelijkheidscriterium
De invoering van dit criterium heeft weinig effect gehad. Wat opvalt, is dat slechts 22% van de werkgevers bekend blijkt te zijn met het bestaan hiervan. Volgens intermediairs en belastinginspecteurs heeft de introductie van het noodzakelijkheidscriterium een vereenvoudiging opgeleverd.
Kabinetsreactie
Het kabinet krijgt de indruk dat werkgevers de gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen zo veel mogelijk proberen te benutten. Dat de WKR niet als een administratieve lastenverlichting wordt ervaren, betreurt het kabinet. Om geen extra lastenverzwaring te veroorzaken, wil het kabinet alleen kleine aanpassingen doorvoeren om de WKR op enkele punten te vereenvoudigen. Het kabinet ziet verder geen reden om de regeling budgettair te verruimen, nu verreweg de meeste werkgevers binnen de vrije ruimte blijven. Het noodzakelijkheidscriterium werkt volgens het kabinet naar behoren. In deze evaluatie wordt geen reden gezien om de toepassing ervan te verbreden.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Voor de komende periode worden voor de WKR geen grote veranderingen voorgesteld. Vereenvoudigingen waarover binnenkort met het bedrijfsleven wordt gesproken zijn:
- het laten vervallen van de verplichting om vergoedingen en verstrekkingen die gericht zijn vrijgesteld aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel;
- toestaan dat een werkgever het voordeel van verstrekte maaltijden door middel van een steekproef vaststelt;
- herinvoeren van een normrente voor personeelsleningen om eenduidig het (loon)voordeel te kunnen vaststellen;
- bieden van meer duidelijkheid in het Handboek Loonheffingen met betrekking tot de eigen bijdrage van werknemers in relatie tot het noodzakelijkheidscriterium.
Een of meer van de hiervoor genoemde mogelijkheden die kansrijk zijn, zullen worden uitgewerkt in wet- en regelgeving.