De Hoge Raad heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of de vermogensrendementsheffing in box 3 tot 2017 in strijd was met het Europese recht. Hoewel de Hoge Raad tot de conclusie kwam dat het veronderstelde rendement van 4% in de periode tot 2017 zonder veel risico niet haalbaar was, werden de ingediende bezwaren toch afgewezen.
Massaal bezwaar
De ingediende bezwaren tegen de heffing in box 3 tot 2017 werden aangewezen als massaal bezwaar. Dit betekende dat niet iedere individuele belastingplichtige tegen de heffing hoefde te procederen.
Geen taak voor rechter om in te grijpen
De Hoge Raad was van mening dat er voor de rechter geen taak is weggelegd om in te grijpen. Dit ondanks het feit, dat het veronderstelde rendement zonder veel risico niet haalbaar was.
Heffing box 3 gewijzigd
De heffing in box 3 is sinds 2017 gewijzigd. Momenteel is het veronderstelde rendement in box 3 gekoppeld aan de omvang van het vermogen. Over hoe meer vermogen een belastingplichtige beschikt, hoe hoger het veronderstelde rendement is.
Bezwaren afgewezen
De uitspraak van de Hoge Raad betekent dat de fiscus alle bezwaren afwijst die als 'massaal bezwaar' zijn aangemerkt. Tegen deze afwijzing kan geen beroep worden ingesteld.
Individuele uitspraak
Wie toch beroep tegen de uitspraak op bezwaar wil instellen, kan verzoeken om een individuele uitspraak op het bezwaar. Ook deze zal afwijzend zijn, maar daarna kan een belastingplichtige wel naar de rechter stappen.