Het kabinet heeft zijn plannen gedeeld over hoe het gaat bouwen aan een beter belastingstelsel. Het komt erop neer dat bovenop al bestaande en lopende onderzoeken op het gebied van belasting(hervorming), zes nieuwe onderzoeken worden gestart. Alle onderzoeken bij elkaar bieden een pakket aan bouwstenen zonder politiek oordeel, voor het samenstellen van een beter belastingstelsel door een volgend kabinet. De herziening van het belastingstelsel bevindt zich dus in een (vroege) voorbereidende fase. De oplevering van de ‘bouwstenen’ is begin 2020 beoogd.
Zes nieuwe onderzoeken
Het kabinet wil dit jaar starten met zes nieuwe onderzoeken die een beeld moeten geven van de mogelijkheden voor de verbetering van het belastingstelsel. Het gaat om onderzoek naar:
- Een toekomstbestendige belastingmix;
- Het belasten van inkomsten uit digitale platforms;
- Het belasten van kapitaalinkomsten van aanmerkelijkbelanghouders;
- De toekomst van de vennootschapsbelasting;
- Milieubelastingen en grondslagerosie;
- Vereenvoudiging vanuit het perspectief van de uitvoering.
Gedane onderzoeken die worden meegenomen in de keuze voor de samenstelling van bouwstenen, zijn bijvoorbeeld het rapport van de Commissie Van Weeghel (belastingstelsel algemeen) en van de Commissie Van Dijkhuizen (inkomstenbelasting). De gedane, lopende en nieuwe onderzoeken verschillen in aanpak, breedte en insteek, maar beslaan samen nagenoeg het gehele belastingstelsel, zo geeft het kabinet aan.
Bij de uitwerking van het bouwstenentraject zal ook de inbreng worden meegenomen - mogelijk via een brede bijeenkomst - vanuit de wetenschap, het maatschappelijk middenveld, opiniemakers en bedrijven.
Kabinetsreactie box 3 op basis van werkelijk rendement
Het kabinet heeft ook een reactie gegeven op de vraag of een vermogensrendementsheffing (box 3) op basis van werkelijk rendement mogelijk is, naar aanleiding van de analyses daartoe in de voortgangsrapportage ‘Heffing box 3 op basis van werkelijk rendement’ en het ‘Keuzedocument box 3’. Het kabinet komt tot de conclusie dat een dergelijk stelsel niet kan voldoen aan alle uitgangspunten die het belangrijk vindt, zoals lage administratieve lasten voor burgers (door onder meer een vooringevulde aangifte), de eenvoud van het stelsel en de reikwijdte van de grondslag. Zonder concessies aan die uitgangspunten is de overgang naar een vermogensheffing over werkelijk rendement volgens het kabinet op korte en middellange termijn niet mogelijk.
In het onderzoek naar bouwstenen voor verbeteringen van het belastingstelsel zal naar het belasten van vermogen in brede zin worden gekeken, waarbij naast box 3 ook vermogen in andere belastingen, zoals onroerende zaken en ondernemingsvermogen in box 1 en box 2 worden betrokken. Daarnaast zal het kabinet een versneld deelonderzoek laten uitvoeren naar opties om specifiek belastingplichtigen met vooral of uitsluitend spaargeld tegemoet te komen